top of page

Krassen op het hart


Als ik 's-avonds laat aan bel bij het Ronald Mc Donaldhuis zie ik in mijn linkerooghoek het kleine stenen musje. Tot nu toe leek het me vreselijk om hier te logeren. Maar op dat moment weet ik dat dit dé plek is waar ik moet zijn.

Waarschijnlijk was het musje een ander niet eens opgevallen. Maar 4 weken daarvoor had ik mijn dochter Lize als tweede naam Mus gegeven bij haar geboorte. Nu was Lize aan het strijden voor haar leven op de IC. Nooit eerder kwam de dood zo dichtbij. Onaangekondigd, rauw en confronterend. Om zelf even op adem te komen moest ik haar die avond in vertrouwen loslaten, ondanks alle onzekerheid die er nog was. Dit bijzondere symbool voor de deur hielp daarbij.

Net zoals het ritueel wat spontaan ontstond toen ik haar welterusten kuste. In mijn zak voelde ik de gekleurde sokjes die ik Lize die ochtend had aangetrokken. Ik deed mijn armband af, stopte hem in één van de sokjes en legde het bij haar in bed. Zo was er iets van mij bij haar als ik er zelf niet was. Dit ritueel gaf mij houvast iedere volgende keer dat ik voor even afscheid van haar nam.

Gelukkig verliet de dood ons leven even plotseling als hij binnen kwam. Slechts een kleine fysieke kras achterlatend op Lize’s hart en een mentale op de mijne.

Ritueelbegeleiders gebruiken vaak symbolen om iemands levensverhaal te vertellen. Of bedenken een ritueel om nabestaanden te betrekken bij het afscheid. Nu weet ik uit eigen ervaring hoeveel houvast dit biedt bij het opnieuw leren loslaten…

Recente blogs

bottom of page